Ons immuunsysteem, een complex systeem

Dag in dag uit komt ons lichaam in aanraking met allerlei verschillende soorten bacteriën. Goede en slechte… Is je weerstand in topvorm, dan krijgen de bacteriën die ons ziek maken vrijwel geen kans. Is je weerstand verminderd, dan slaan de bacteriën en virussen hun slag en kunnen zij zich in een hoog tempo vermenigvuldigen.

Een complex systeem
Onze weerstand is een vrij complex systeem. Het zorgt ervoor dat ziekteverwekkers buiten de deur blijven, maar wat behoort er nou zoal tot het immuunsysteem?

Je immuunsysteem kan worden opgedeeld in drie verschillende onderdelen:

• De fysieke barrière;
• De algemene afweer;
• De specifieke afweer.

De fysieke barrière bevindt zich tussen je inwendige lichaam en je omgeving. Denk bijvoorbeeld aan je huid. Onze huid vormt de grens tussen binnen en buiten en zorgt ervoor dat schadelijke stoffen niet zomaar ons lichaam in kunnen.

Ook de slijmvliezen in onze luchtwegen en darmen maken deel uit van ons immuunsysteem. Deze vangen namelijk bacteriën op en voeren deze naar je keelholte. In je keelholte komen de bacteriën in aanraking met stoffen, bijvoorbeeld speeksel, die de bacteriën doden voordat deze schade kunnen aanbrengen aan je lichaam. Ook maagzuur is zo’n stof die bacteriën dood.

De algemene afweer bestaat onder andere uit witte bloedcellen. De witte bloedcellen dragen bij aan de algemene afweer en vernietigen alle lichaamsvreemde stoffen. Heb je bijvoorbeeld een wondje, dan komen er afweerstoffen vrij die naar de plek van de wond worden gebracht om daar binnengedrongen ziekteverwekkers te vernietigen.

Als laatste is er de specifieke afweer. Deze richt zich op slechts één ziekteverwekker (bijvoorbeeld kanker). Wanneer ziekteverwekkers zich snel vermeerderen in je lichaam is de algemene afweer over het algemeen niet in staat dit te verhelpen. In deze situatie wordt er een specifieke afweer actief. Deze specifieke afweer maakt gebruik van lymfocyten.

Lymfocyten zijn specifiek door de reptoren (opvangers van prikkels) die ze op de buitenkant van de cel (celmembraan) hebben. Dit betekent dat de receptoren uitsluitend passen op één specifiek eiwit op de wand van een ziekteverwekker (het antigeen). Passen de lymfocyt en de ziekteverwekker bij elkaar, dan vindt er een reactie plaats. Anders gebeurt er niets. Elke lymfocyt heeft maar één soort receptor op zijn celmembraan waardoor de lymfocyt alleen actie onderneemt als de specifieke ziekteverwekker ontdekt wordt.

Je immuunsysteem versterken
Werkt je immuunsysteem niet goed of is deze nog aan het herstellen, dan ben je sneller vatbaar voor virussen en het krijgen van infecties.
Gelukkig zijn er verschillende manieren om je immuunsysteem een handje te helpen. Zo kun je:

– Gezond en gevarieerd eten zodat je alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt;
– Voldoende slapen en ontspannen;
– Zorgen voor een goede hygiëne;
– Stress zoveel mogelijk proberen te vermijden;
– Voldoende bewegen;
– Alcohol inname matigen;
– Stoppen met roken.

Doordat onze weerstand zo’n complex systeem is, is het lastig om te testen of iemand een goede weerstand heeft. Wel hebben wetenschappelijke studies bewezen dat een algehele gezonde levensstijl bijdraagt aan een stabiel immuunsysteem!

Bron: Gezondheidsplein